Begeleiden van jongeren en volwassenen
op weg naar een zelfstandig bestaan ...

Waarom blijven zorgen als het doel is bereikt?

Heeft je cliënt met jouw begeleiding weer wat grip op zijn leven, besluit de gemeente te stoppen met financiering. Hoe rapporteer je positieve effecten zonder risico dat je cliënt vervolgens noodzakelijke zorg misloopt?

Het is aan te raden om de effectmeting van de begeleiding zelf op te stellen, samen met de cliënt.

Meneer B., midden veertig, licht verstandelijk gehandicapt en bezoeker van dagbesteding, is vaak in de war en soms depressief. Dan blijft hij thuis of zwerft hij door de stad. De structuur van de dagopvang valt weg en het wordt van kwaad tot erger. Sociale contacten heeft hij nauwelijks en financiën zijn altijd een bron van zorg. Een professionele thuisbegeleider hielp B. gedurende een jaar gemiddeld één à twee uur per week met het bijhouden van de financiën, medicijnen en andere vormen van zelfzorg. Langzaamaan hervond B. de structuur in zijn leven en stabiliseerde zijn gezondheid.

Zelfredzaamheid
Een student voerde een effectmeting uit en noteerde een score van 4 op een schaal 5 van de zelfredzaamheidsindex; onvoldoende om volledig zelfstandig te kunnen functioneren. Maar ook: ‘De doelstelling is gehaald, het beoogde effect is bereikt.’  B. kreeg ‘dus’ geen nieuwe indicatie en de thuisbegeleider moest stoppen. Zijn verzoek om een uurtje per maand de vinger aan de pols te houden, werd door een gemeenteraadslid afgedaan als ‘pappen en nathouden’.

Begeleiding
‘De effectrapportage klopte’, vertelt Paul Roessen, partner in EffectenSter en WOESD. ‘En de professional heeft bij de student en later de gemeente duidelijk aangegeven dat B. met zijn verstandelijke beperking en gebrek aan netwerk, zo kwetsbaar is dat hij altijd enige begeleiding nodig zal hebben. Er hoeft maar iets te gebeuren, of hij gaat weer onderuit. In dat geval is de kans groot dat de thuisbegeleiding weer van nul af aan kan beginnen.’

Financiering

Toch verbaast het Roessen niet dat de gemeente bij de beslissing bleef om financiering te stoppen. ‘Waar de professional vooral naar de inhoud kijkt, kijkt de gemeente vooral naar de kosten. Waarom kosten maken als het doel is bereikt?’  De kans dat B. zonder nieuwe crisis weer thuisbegeleiding krijgt, schat Roessen niet groot.

Levensgebieden
Voor een volgende keer zou hij de professional aanraden om de effectmeting zelf op te stellen, samen met de cliënt. ‘Doe dat zo concreet mogelijk, met vermelding van de situatie van alle levensgebieden. Minstens even belangrijk: maak, op basis van ervaring in vergelijkbare situaties, een inschatting van hoe het met de cliënt verder gaat. Doe ook dat zo concreet mogelijk. Weinig mensen met een combinatie van een verstandelijke beperking en psychische problemen redden het volledig zelfstandig. Dat mag je vermelden.’

Pappen en nathouden
Net als dat je, in het geval van B., inschat dat hij zonder begeleiding snel weer afglijdt en geen netwerk heeft om hem op te vangen, adviseert Roessen. ‘Hoe concreter, hoe eerder de financier geneigd zal zijn te vertrouwen op jouw professionele inschattingsvermogen. Bij twijfel, houd je financiers een rekensom voor: ‘Pappen en nathouden’ kun je ook ‘investeren in de toekomst’ noemen. Met een paar uurtjes begeleiding verklein je het risico van terugval, dat iemand draaideurcliënt wordt en dus juist meer geld kost. Voorzetting van lichte ondersteuning is dus niet alleen beter voor zijn kwaliteit van leven.’

Anke Welten

(bron: Zorg en Welzijn)

WordPress › fout

Er heeft zich een kritieke fout voorgedaan op deze site.

Meer informatie over probleemoplossing in WordPress.